22 februari 2016

TÊTE-À-TÊTE


Het is altijd even zoeken, als mijn vriend en ik wekenlang samen zijn geweest en plots voor een periode uit elkaar moeten. Dan vertrekt hij naar het buitenland en kick ik af van het warme bed, de rust, het gepraat, het gelach. Dan prent ik mezelf in dat elkaar missen de passie voedt en geniet ik na enkele dagen wel weer van het alleen zijn. Maar deze keer niet. Ik kluizenaarde in mijn huisje tussen de velden, werkte veel, deed de was en de plas, gebruikte mijn stem voornamelijk om tegen de katten te praten. Geen seconde genoot ik van mijn eigen gezelschap. Tijdens mijn dagelijkse wandelingetjes stond de stille natuur machteloos tegenover de onrust in mijn borst. Op een avond reed ik van de supermarkt naar huis. Door de zwarte nacht gleden de lichtbundels van mijn koplampen over een veld vol bleke kolen. Het leken wel de verslagen hoofden van mensen die diep in de modder waren weggezakt. Zo voelde ik me ook. Ik zat helemaal vast. Maar goed dat mijn vriend nog even wegbleef, want dit wilde ik met mezelf oplossen.

Niet veel later besefte ik dat ik helemaal niet alleen was. Ik leefde samen met mijn innerlijke criticus. Terwijl ik uren naar nieuws speurde dat me moest inspireren voor mijn krantencolumns, verkondigde hij dat het me niet zou lukken. Dat ik een mislukkeling was omdat ik niet onmiddellijk inspiratie vond, dat toch niemand mijn stukjes las en vooral: dat alles wat ik deed volstrekt zinloos was. Zelfs toen ik in mijn eentje stond te koken, had de criticus commentaar. “Zie jou hier nu staan, achter je fornuisje, in je afgelegen huisje, zielsalleen omdat je niet tussen de mensen functioneert en niemand van je houdt”, klonk het in mijn achterhoofd. Nee, dan is het fijner toeven bij een man die regelmatig een kus in je hals drukt en je de vrouw van zijn leven noemt.

Terwijl ik mijn eenpersoonsprakje zat op te peuzelen achter de computer, viel mijn oog op een fragment uit de Franse film Angel-a, van Luc Besson. Een vrouw spoort een man aan om zonder vooroordelen naar zijn spiegelbeeld te kijken en hardop te zeggen dat hij van zichzelf houdt. Dat kwam aan: het is zo moeilijk om jezelf graag te zien. En met het risico mezelf belachelijk te vinden, stond ik op, liep naar de spiegel en zei: “Je bent geen mislukkeling omdat het schrijven niet vanzelf gaat, jij zet telkens moedig door!” Zo diende ik mijn innerlijke criticus van repliek, tot mijn ogen glansden omdat ik eindelijk weer vriendelijk tegen mezelf was.

De dagen daarop werd ik gevraagd om een column te schrijven voor een radioprogramma en stroomden de enthousiaste reacties binnen. Ik werd meteen voor een andere radioshow uitgenodigd en mocht zelfs mijn muziek live komen brengen. Enkele productiehuizen lieten me weten dat ze graag met me in zee wilden. Een paar vriendinnen stelden voor om samen koffie te gaan drinken. Het was alsof de buitenwereld mijn herwonnen zelfrespect welwillend reflecteerde. En dat maakte me blij, heel blij. Al had de tête-à-tête met mijn spiegelbeeld het meeste veranderd. Ik maakte een wandeling door het bos, het regende zacht, de boomstammen waren groen van het mos en in de verte weerklonk de schrille, melancholische kreet van een buizerd. Ik genoot van het alleen zijn. Van niets te hoeven bewijzen, ook niet –en vooral niet- tegenover mezelf.

(Verschenen in Het Nieuwsblad Magazine 20/02/2016)

14 februari 2016

JEANINE

Later die avond zouden mijn vriend en ik uit eten gaan om zijn verjaardag te vieren. Ik trok een rode jurk aan, stiftte mijn lippen en zette een grote, in goudpapier verpakte doos voor hem neer. Hij raadde een paar keer tevergeefs, scheurde het papier tenslotte open en keek verbaasd. “Een massagekussen?” “Ja!”, antwoordde ik enthousiast. “Het geeft je een heerlijke shiatsu-massage met warme infrarood-bollen en je kan het zowel in je autostoel als in een gewone zetel leggen!” Dat stond op de verpakking. Hoe het voelde, wist ik niet. Mijn vriend reageerde niet. “Jij moet altijd zo lang en ver rijden voor je werk…”, probeerde ik. Plots begon hij te lachen. Hij liep naar een leunstoel, legde het kussen erin, stak de stekker in het stopcontact. “Ooit heb ik in een winkel zo’n kussens uitgetest. Heerlijk! Maar zoiets zou ik nooit voor mezelf kopen”, zei hij. Ik knikte: “Ik ook niet. Da’s zo’n luxe die je jezelf niet permitteert.” Behoedzaam ging hij zitten en drukte op de afstandsbediening. Het volgende moment klonk er een zacht gezoem– de vibrerende zitting warmde op- en schaterde hij het uit. Toen schoten de massagebollen in actie. Het gezicht van mijn vriend veranderde. Zijn lach stierf op zijn lippen. “Is het fijn?”, fluisterde ik. Er klonk een bevestigende kreun.

Na een tijd stond hij op: “Jouw beurt!” Nieuwsgierig nam ik plaats op het warme kussen. Mijn vriend duwde op de knoppen van de afstandsbediening. Twee warme bollen begonnen mijn rug vakkundig te kneden. Het leken haast mensenhanden. Ik gilde het uit. Mijn vriend lachte ook: “Raar, hé? Maar zo zalig!” Ik knikte, giechelde om intimiteiten met kussens. “Misschien moeten we het kussen een naam geven,” stelde ik voor. “Dat maakt het minder onpersoonlijk.” Mijn vriend was het daarmee eens en doopte het Jeanine. Even sloot ik de ogen en probeerde me over te geven. “Wel gek om jou zo te zien zitten, in die jurk”, mompelde mijn vriend. Bleek dat Jeanine mijn in strakke stof verpakte boezem nogal wild heen en weer schudde.
De uren daarop gingen mijn vriend en ik om beurten op het kussen zitten. We werden alsmaar meer ontspannen, kregen steeds slomere gezichten. Toen we uiteindelijk naar het restaurant reden, zagen we er stoned uit. Mijn vriend –gezeten op Jeanine- reed slechts 20 kilometer per uur. “De staat zou zulke kussens moeten subsidiëren”, sprak hij traag. “Er zouden geen ongelukken meer gebeuren.”

De volgende morgen pakte mijn vriend zijn koffers. Hij zou per trein naar Zuid-Frankrijk reizen. Op de trein waren geen stopcontacten en omdat hij met het vliegtuig zou terugkeren, kon het kussen niet mee. “Wil jij het nemen?”, vroeg hij. “Anders ligt het hier maar. En jij moet straks anderhalf uur rijden.” Eerst weigerde ik: het was zíjn cadeau. Maar uiteindelijk overtuigde hij me. Bij het station omhelsden we elkaar en vocht ik tegen de tranen die telkens opnieuw opkomen als we, na een periode van intens samenleven, uit elkaar moeten. Toen ik alleen wegreed, drupten ze van mijn kin op mijn sjaal. Ik herinnerde me een verhaal over een verlaten apenjong dat liefde zocht bij een met pluche overtrokken balk. “Komaan Jeanine, troost me!”, zei ik en drukte op de afstandsbediening.

Verschenen in Het Nieuwsblad Magazine, 13/02/2016

06 februari 2016

BLAASINSTRUMENTEN

Mijn grootmoeder probeerde vroeger altijd andermans problemen op te lossen met een zelfgebakken taart. Ze leek er heilig van overtuigd dat dat werkelijk kon. Dat een luchtige biscuit met slagroom de hindernissen des levens deed verdwijnen als sneeuw voor de zon. Sinds bakken niet meer tot haar mogelijkheden behoort, probeert ze me te troosten met stukjes chocola. Goed bedoeld, natuurlijk. Al ervaar ik het soms toch als een tikkeltje vernederend, als ik op commando braaf zit te kauwen en zij tevreden beslist ‘dat dan nu alles weer goed is, hè hè’. Nee, het is even erg als vóór die mokka-mignonnette, alleen ben ik nu op de koop toe bang dat ik te dik word.
Gelukkig heeft mijn moeder deze trek niet geërfd, anders ging ik –met al mijn pieken en dalen, en aanleg voor eetstoornissen en overgewicht-  inmiddels rollend door het leven.

Ikzelf heb die trek wél. Niet dat ik, zodra iemand zijn hart bij me uitstort, onmiddellijk een slagroomgebakje in zijn pratende mond prop. Ik weet hoe belangrijk het is om je te kunnen uiten. Ik heb ook gemerkt dat luisteren vaak genoeg is. Dat je geen oplossing hoeft aan te reiken omdat de ander al pratende zelf tot inzicht komt. Dat het fijn is als je iemands gevoelens accepteert zodat die ze zelf ook kan accepteren. Maar ik schep wel graag sfeer met eten: ik maak het graag gezellig. Ik houd van koken, van nieuwe recepten uitproberen, er mijn eigen draai aangeven. Van dierbaren te zien genieten van een overvloed aan lekkers. Mijn vriend is een dankbaar slachtoffer: hij is een levensgenieter en gromt zielstevreden bij alles wat ik hem voorzet. Dat gegrom werkt stimulerend. Vergelijk het met de lachband bij komedies, die je doet geloven dat je naar geniale humor kijkt. Zijn gegrom doet mij alles lekkerder vinden, doet me menen dat ik een meesterlijke plat op tafel heb gezet en zélfs: dat mijn problemen onbestaande zijn. Mijn grootmoeder moest eens weten.

De afgelopen weken was mijn vriend aan het werk op een filmset in het buitenland. Het was er guur, donker, ongezellig. Toen hij thuiskwam, zag hij er uitgeput uit. Dus schoot mijn grootmoeder-taart-gen in actie. Ik was niet uit de keuken weg te slaan. Dat wij trachten suikervrij te eten en snelle koolhydraten mijden, daagde me uit om met zo veel mogelijk heerlijke alternatieven aan te draven. We besloten om een hele dag in bed te blijven: we zouden een serie kijken, afgewisseld met andere fijne horizontale bezigheden, en beginnen met een feestelijk suikervrij ontbijt. Ik maakte boekweitpannenkoeken met gebakken appeltjes, kaneel en geroosterde amandelschilfers en serveerde er bolletjes suikervrij roomijs bij. Zalig. Niet veel later ontdekten we echter dat het zoetmiddel in dat ijs bepaald een ongezellig neveneffect had. Iets met gas en darmen;  iets wat onze dag in bed deed gelijken op het stemmen der blaasinstrumenten in een orkestbak. Vierentwintig uur lang ondergingen wij een knallende relatietest op een matras met schijnbare trilfunctie. De dag daarop kwam mijn schoonbroer bij ons eten en vertelden we over ons explosief avontuur. Hij zag het echter als een uitdaging en vroeg ook zo’n ijsje als dessert. Later die avond kregen we een sms: bij hem was het bij één langgerekt kanonschot gebleven. We lachten zo hard dat als we al problemen hadden, we die opslag vergeten waren.

(Verschenen in Het Nieuwsblad Magazine, 06/02/2016)

MASTURBEREN IS EMANCIPEREN

    Er zou nog steeds een taboe op de vrouwelijke seksualiteit rusten. Volgens seksuoloog Wim Slabbinck leren vrouwen hoe ze zichzelf moeten beschermen maar nauwelijks hoe ze kunnen genieten. We weten allemaal hoe je een man laat klaarkomen, weinigen weten hoe een vrouw haar hoogtepunt bereikt. Tijd voor een lesje vrouwelijke anatomie, voor hem én haar. Want noem het vrouwelijk orgasme gerust een vrouwenrecht. "Weten hoe je jezelf kunt plezieren, maakt je onafhankelijk."
    tekst: Fleur van Groningen        foto's: Sarah Van Looy

    Tussen de soep en de patatten kletsen over klaarkomen? Met Wim Slabbinck kan het. Tijdens een gezellige lunch in een eetcafé blijft een culinair orgasme uit maar verklapt de drieëndertigjarige seksuoloog dat ook vrouwen een penis hebben. Hij haalt er een tekening bij, zweert hardop bij seksuele emancipatie.
    Als klinisch seksuoloog heeft Wim niet de geijkte weg achter de rug. Hij studeerde Geschiedenis en Vergelijkende Cultuurwetenschappen. Zijn scriptie over feminisme en pornografie inspireerde hem uiteindelijk om seksuologie te studeren. Na zijn afstuderen vond Wim zichzelf nog te jong om oudere koppels met jarenlange relaties te begeleiden. Vier jaar werkte hij als muzikant, trad hij op in het buitenland, proefde hij volop van het leven. Daarna ging hij aan de slag: inmiddels is zijn groepspraktijk ‘Ruimte’ in Gent een feit en werkt hij aan zijn eerste boek over mythes in de seksualiteit. 

    Herinner je je eerste case nog?
    Een man kwam bij me omdat hij te veel masturbeerde. Bleek dat zijn vrouw dat vond. Het gebeurde slechts twee maal per week. Maar zijn streng religieuze echtgenote had hem betrapt en keurde het af. Toen besefte ik hoe gevoelig masturbatie nog ligt in onze cultuur. In de Middeleeuwen was seks in het openbaar niet abnormaal. Gaandeweg werd het meer privé. In de 19de eeuw sliepen koppels in gescheiden bedden, werd verwacht dat ze hun kleren aanhielden tijdens seks. Makkelijk is anders op een zwoele zomernacht! Doorheen de eeuwen ontwikkelde er zich een seksueel taboe. De gevolgen daarvan dragen we nog steeds. Vrijwel iedereen masturbeert, haast niemand praat erover. Zon 90 procent van de mannen kijkt porno. Eén op vier pornokijkers is een vrouw. 

    Al is porno geen must voor soloseks, toch?
    Natuurlijk niet. Porno is fastfood. Het maakt de fantasie voor jou. Maar je kan net zo goed een beroep doen op je eigen verbeelding. Dat doen niet alleen vrouwen, ook veel mannen. Masturberen op basis van fantasie kan heel intens zijn.

    Kom je in je praktijk vaak in aanraking met schaamte of schuldgevoelens over masturbatie?
    Helaas wel. Vooral bij vrouwen. Jongens ontdekken meer, praten over seks, zetten elkaar aan tot experimenteren. Ik herinner me nog hoe een vriendje mij vertelde hoe hij masturbeerde. Bij meisjes is het anders. Zij praten er minder over, horen hoe ze zichzelf moeten beschermen maar leren niet over hun anatomie en genot. Een grove fout in onze samenleving! We weten allemaal hoe een man kan klaarkomen maar weinigen weten hoe een vrouw haar hoogtepunt bereikt. Sommige mannen geloven zelfs dat de clitoris diep in de vagina zit. Zon 70 procent van de mannen verwacht dan ook dat een vrouw vaginaal klaarkomt. Artikels in vrouwenbladen over hoe je vaginaal klaarkomt, helpen niet. Het legt ongelooflijk veel druk op vrouwen. Want zon 50 tot 70 procent van hen kan niet vaginaal klaarkomen. 

    Heeft dat te maken met de afstand tot de clitoris?
    Inderdaad. Voor de meeste vrouwen is het heel moeilijk om een vaginaal orgasme te bereiken. En dan is het meestal het lichaam van de clitoris dat het orgasme initieert. De clitoris is namelijk veel groter dan vaak gedacht wordt. Het zichtbare, uitwendige knobbeltje bovenaan de vagina is slechts één tiende van het hele orgaan: het topje van de ijsberg. De rest van de clitoris ligt als een wensbeentje rond de vaginale holte. De clitoris lijkt op de penis, het knobbeltje is de eikel. Omdat deze penis voornamelijk inwendig zit, kan die niet penetreren en is klaarkomen enkel mogelijk dankzij directe of indirecte stimulatie. Daardoor is penis-vagina seks anatomisch gezien niet de beste methode. In de missionarispositie is het vrijwel onmogelijk. Als de vrouw bovenop zit, gaat het makkelijker. Hoe actiever een vrouw in bed is, hoe meer kans ze heeft op een orgasme.  

    Bij een vrouwelijk embryo vormt de clitoris zich uit hetzelfde weefsel waaruit de penis zich bij een mannelijk embryo ontwikkelt.
    Penissen en clitorissen delen dezelfde afkomst. Pas na twaalf weken begint deze zone te differentiëren in een penis of een vagina. Foetussen masturberen, trouwens. Alsook babys en peuters.
    Ongetwijfeld zullen heel wat vrouwen moeten wennen aan het idee dat zij een penis hebben. Heel wat mannen allicht ook! Komt daar bovenop dat de man vierduizend zenuwuiteinden op zijn eikel heeft en de vrouw t achtduizend. De gevoeligste zone van de vrouw is de clitoris. Dan de ingang van haar vagina. Dan pas de vaginale holte. Van een vrouw verwachten dat ze vaginaal klaarkomt, is als van een man verlangen dan hij een orgasme bereikt omdat je zijn balzak streelt.

    Als vrouwen een penis hebben, kunnen ze dan ook groot of klein geschapen zijn?
    Jazeker. Onderzoek wijst uit dat clitorissen net als oren en neuzen levenslang blijven groeien. Dit komt omdat de hormoonhuishouding doorheen de levensloop verandert. Als een vrouw achttien wordt, is haar clitoris 1,8 maal groter dan toen ze twaalf was. Op haar tweeëndertigse is haar clitoris maar liefst 4 keer zo groot. Na de menopauze zelfs 7 keer zo groot. Het is mogelijk dat vrouwen daarom pas op latere leeftijd een orgasme bij penetratie ervaren. Omgekeerd krimpen penissen. We groeien dus naar elkaar toe! (lacht)
    De clitoris – althans de eikel- is een relatief klein orgaan. Daardoor wordt de vergroting vaak niet opgemerkt. Net zoals penissen komen clitorissen voor in alle maten en gewichten. Bij sommige vrouwen komt de eikel van de clitoris bloot te liggen bij seks, bij anderen blijft die verborgen achter de voorhuid. Daarom is de behoefte aan stimulatie -eerder hard of eerder zacht- bij elke vrouw anders.
                                                              En wij kunnen ejaculeren!
    Absoluut! 
    Al lijkt het dat niet alle vrouwen daartoe in staat zijn.
    Zie het zo: mannen hebben een apparaat dat alles in één keer kan. Stijf worden, orgasmes maken, ejaculeren. Bij vrouwen zitten de onderdelen verspreid. Ze hebben dat knobbeltje dat we de clitoris noemen, dat is hun eikel. Hun plasgaatje zit niet op hun eikel maar is net als bij mannen heel gevoelig en kan in sommige gevallen ejaculeren. Mogelijk gebeurt de ejaculatie door de kliertjes net naast het plasgaatje. Dat kan voelen alsof je moet plassen.
    Ooit werd onderzocht hoever mannen kunnen spuiten. Het record? Vier meter. Maar de meeste mannen spuiten niet zo ver. Zij ‘gutsen’ eerder tijdens de ejaculatie. Bij vrouwen bestaat dat verschil ook: sommigen gutsen, sommigen spuiten. Al is een vrouwelijke ejaculatie niet zoals pornofilms ons doen geloven. Het is veel intiemer.

    Is er een evolutionair voordeel aan het vrouwelijk orgasme?
    Het heeft geen evolutionaire meerwaarde omdat er geen zaad mee verspreid wordt. Dat het ritmisch samentrekken van de vagina na een orgasme sperma naar binnen zou zuigen, is niet bewezen. Puur evolutionair bekeken is de clitoris het enige orgaan dat geen functie heeft. Het bezorgt ons enkel plezier. Juist daarom vind ik dat we het moeten koesteren. Als je niet masturbeert of vrijt, verlies je je libido. Je hersenen werken op basis van herhaling. Hoe minder je bezig bent met (solo)seks, hoe minder je eraan zult denken, hoe minder zin je krijgt. Maar dankzij een orgasme slaap je beter, het ontspant je, is goed tegen depressie. Mensen die vaak vrijen en klaarkomen, leven langer.

    Is seks ook geen belangrijke lijm voor een koppel?
    Neurobiologisch onderzoek toont aan dat tijdens intiem seksueel contact steeds de hormonen vasopressine en oxytocine vrijkomen. Daardoor hecht je je aan je partner. Al is niet zeker of dat effect er bij iedereen is. Daarom is het concept friends with benefits vaak onhaalbaar. Ook dan komen die hormonen vrij en wil één of beiden sekspartners vroeg of laat toch méér.
     
    En hoe zit het met die befaamde G-spot?
    In 1950 ontdekte Ernst Gräfenberg de G-spot. Hij beweerde dat het om een gevoelige zone ging, maar nooit dat je er een orgasme mee kan maken. Dat gebeurde later, in een slecht uitgevoerd onderzoek. Daar sprong de media op, want wie leest er niet graag over orgasmes? 
    We moeten ophouden met over G-Spots en vaginale orgasmes te praten. Het helpt de vrouw niet vooruit. Boven de G-spot bevindt zich het lichaam van de clitoris, dat heel gevoelig is.
     Als je druk zet op de bovenste vaginale wand, zal je dus de interne clitoris -of penis- strelen. 

    Kunnen vrouwen een anaal orgasme bereiken?
    Dat kan. Maar het ligt niet voor de hand. Er zijn heel veel manieren om klaar te komen, ook via andere lichaamsdelen. Sommige mensen kunnen zich zelfs -zonder stimulatie- naar een hoogtepunt dénken. Maar er bestaat maar één orgasme. Dat maken we in ons hoofd. Vrouwen moeten zichzelf toestaan klaar te komen, hun remmingen loslaten. Voor hen is de clitoris de meest efficiënte plaats om een orgasme op te wekken. Laten we daarmee beginnen. We hebben allemaal een penis of een clitoris waarmee we hetzelfde orgasme kunnen maken.

    Maar het kan toch telkens anders voelen? Van heel intens tot een flauw ‘niesje’, van plaatselijk tot verspreid over je hele lijf.
    En dat is dus bij mannen net zo, hé! (lacht) Het kan dat je het zogenaamde clitoraal orgasme eerder plaatselijk ervaart en het orgasme in de vagina als dieper, als een zee die over je heen komt. Maar uiteindelijk wordt in beide gevallen het lichaam van de clitoris gestimuleerd en wordt het orgasme gemaakt omdat je brein het toelaat. Als een erogene zone wordt gestimuleerd, gaan die prikkels naar het primitieve hersencentrum, daar kies je als het ware ‘ja’ of ‘nee’. Vervolgens bepaalt de cortex, een andere zone in de hersenen, of de situatie veilig is. Bij onveiligheid is een orgasme onmogelijk. Veiligheid is dé voorwaarde voor een orgasme. Daarom komen sommigen bijvoorbeeld niet klaar bij een onenightstand. Als je je teveel op de partner focust, wordt een orgasme ook vaak moeilijk. Vandaar het belang van soloseks, van experimenteren en ontdekken in de veiligheid van je eigen gezelschap.

    Sommige mensen zweren bij sm. Is dat niet onveilig?
    Goede sm kenmerkt zich door duidelijke afspraken en grenzen. Dus het is toch veilig.

    En hoe zit het met mensen die kicken op betrapt worden?
    Misschien zoeken zij de kick, de adrenaline op. Seksuele spanning stijgt geleidelijk naar een soort drempel. Als je daar overheen raakt, kom je klaar. Door angst kan de geleidelijke stijging heel grillig verlopen waardoor je plots over die drempel schiet.

    Kan de romantische liefde helpen bij een orgasme?
    Liefde kan ons dat veilige gevoel bezorgen waardoor we ons kunnen laten gaan. Maar te veel versmelten is niet goed voor je seksleven. Erotiek zit hem in de afstand: tenzij je verliefd bent en de lust regeert, is voortdurend samenzijn dodelijk voor het seksuele verlangen. Afstand inbouwen is dus verstanding. 

    Hoe belangrijk is je zelfbeeld voor een orgasme?
    Héél belangrijk. Zelfzekerheid in bed ontwikkel je het beste alleen, door soloseks. Dan zijn er de minste stoorzenders.
    In mijn praktijk merk ik vaak dat vrouwen lijden onder een negatief zelfbeeld. Er is die druk om er goed uit te zien. Tegenwoordig worden schaamlipcorrecties en oprekkingen van de G-spot gepromoot: absurd! Ook vinden veel vrouwen hun vagina vies of durven ze er niet aan te komen. Ze laten zich intieme zepen en deodorants aansmeren in plaats van zichzelf te accepteren.
    Er kwam een jonge vrouw  bij mij die heel geremd was omdat ze in de knoop zat met zichzelf. Ze vreesde dat ze aseksueel was. Al na één sessie gooide ze haar schaamte overboord. Daarna hadden zij en haar partner twee keer per dag seks. Ze begon te experimenteren, bloeide seksueel open en bereikte eindelijk orgasmes. Dat ontroerde me. 
    We moeten meer durven praten over seks. Niet enkel met onze partner, ook op school. En in het rusthuis. Seks kan zoveel problemen in de kiem smoren.


    Heel wat vrouwen faken. Hoor jij daarover wel eens getuigenissen?
    Ik stel die vraag niet tijdens therapie omdat het dan kan lijken dat ik mijn cliënte wantrouw. Maar uit onderzoek blijkt dat 50 tot 60 procent van de vrouwen ooit een orgasme heeft gefaket. Niet zelden doen ze dat omdat ze vinden dat hun partner te lang doorgaat. Misschien is hij op zoek naar dat vaginale orgasme?  Op tijd leren waar de clitoris zit, kan faken overbodig maken. Overigens: ook mannen faken. Eén op de vier mannen zou al eens een orgasme gefaket hebben.

    Maar we moéten niet klaarkomen?
    Natuurlijk niet. Er bestaan factoren die een orgasme bemoeilijken, zoals stress, diabetes, neerslachtige gevoelens of antidepressiva. Maar fysiek kan elke vrouw klaarkomen. Een orgasme is geen noodzaak. Ik zeg niet dat vrouwen verplicht zijn om te masturberen. Maar anno 2016 moeten ze op de hoogte moeten zijn van hun anatomie. Vrouwen die geen orgasmes hebben, weten vaak niet waar hun clitoris ligt of hebben een partner die dat niet weet. Of ze zijn sterk beïnvloed door het taboe op de vrouwelijke seksualiteit.
     Er is nog veel werk aan de winkel
     Wist je dat vrouwen in Scandinavische landen veel vaker masturberen? Daar zijn ze dan ook meer geëmancipeerd.

    Is masturberen een vorm van emancipatie? En het vrouwelijk orgasme een vrouwenrecht? 
    Masturberen is 
    emanciperen Je eigen lichaam kennen, weten hoe je jezelf kan plezieren, maakt je zelfstandig.  De moderne vrouw is voor haar inkomen niet afhankelijk van haar partner, waarom zou ze dat wel voor haar orgasme zijn? Ze mag zichzelf zonder gêne een handje helpen in bed. Tegenover elk vrouwelijk orgasme staan helaas nog altijd drie mannelijke orgasmes. We zijn geprogrammeerd met de idee dat het mannelijk orgasme het hoogtepunt én het einde van een vrijpartij is. Triest! Mocht seks een sitcom zijn, na de derde aflevering zouden we de tv al uitzetten. Te voorspelbaar! Maar gelukkig gaan we daar nu wat aan doen.



    Verschenen in Het Nieuwsblad Magazine, 06/02/2016      
      
    Het Nieuwsblad Magazine en Charlie lanceren 
    hoeveel en wanneer de Vlaamse vrouw klaarkomt.
    Via een anonieme enquête en een blog.
    gezamenlijk een groot onderzoek naar hoe,
    hoeveel en wanneer de Vlaamse vrouw klaarkomt.
    Via een anonieme enquête en een blog

04 februari 2016

EEN SELDERIJSTENGEL

    Op vraag van Hautekiet (Radio 1) schreef ik deze morgen heel snel iets over Temptation Island, en las het voor tijdens 'de minuut'. 

    "Voor het eerst in mijn leven heb ik naar Temptation Island gekeken. Ik schaam me daar wat over.

    Mocht er een intellectueel verantwoorde versie van de show bestaan, waarbij pakweg Ramsey Nasr, Kristien Hemmerechts en Eienne Vermeersch zich in een Thais resort terugtrekken, dan had ik natuurlijk daarop afgestemd.

    Maar Etienne Vermeersch had het gisterenavond over euthanasie op Eén en daar stond mijn kop pas naar nàdat ik naar Temptation Island had gekeken.

    Mij was verteld dat Temptation Island de ultieme relatietest is. En ik die dacht dat dat een huis verbouwen, een baby, en een postnatale depressie krijgen was. Ik was dus wel nieuwsgierig.

    Eerst maakten de vrouwelijke vrijgezellen hun intrede: gestroomlijnde bimbo’s die naar eigen zeggen hartjes kwamen breken. Gezellige types, dus. Eéntje stelde zich voor met ‘Ik ben Jill en ik krijg altijd wat ik wil’.

    Daar werd ik een beetje jaloers van. Wat moet het leven makkelijk zijn als je Jill heet. In de supermarkt, de file, in bed: overal krijgen wat je wil!

    Ik probeerde het thuis op de zetel ook even: ‘Ik ben Fleur en ik…’ Laat maar. Op mijn naam rijmen enkel woorden als deur, scheur en sleur.

    Vervolgens maakte ik kennis met tien zelfingenomen mannelijke vrijgezellen die eruit zagen alsof ze hun eigen naam niet eens kunnen onthouden en voortdurend naar hun eigen spiegelbeeld op hun glimmende spierballen turen. Nee, dan is een selderijstengel aantrekkelijker.

    En ik lust niet eens selder.

    Voor mij voortaan toch geen Temptation meer. Voor selder zap ik wel naar Bartel van Riet."

herbeluisteren kan hier



01 februari 2016

HET ÉCHTE LEVEN

    Sommige krantenkoppen doen geloven dat het tóch nog goed komt met de wereld. Maakte mij blij: “Over het échte leven moet je ook op school leren.” Ik deel die mening. Dat ik leerde schrijven, komt van pas. Maar ik heb er niks aan dat ik mijn boterhammetjes tot parallellogrammen kan versnijden. Ik had liever geleerd hoeveel suiker er in brood zit, zodat ik nu niet met een koolhydratenverslaving zou kampen. Minister van Onderwijs Hilde Crevits ziet ook ruimte voor verbetering. Zij zat met 24 ouders samen om het secundair onderwijs te evalueren. Gesuggereerd werd om leerlingen voor te bereiden op het échte leven met lessen over geld én zogenaamde snuffelstages, waarbij ze kunnen ‘snuffelen’ in bedrijven, zodat ze later een doordachte studiekeuze maken. Allemaal goed en wel: maar is dat álles? Is geld en werken Het Echte Leven? Geen wonder dat ons land door burn-outs wordt overspoeld. Me dunkt heeft het leven wel meer in petto. Enerzijds ontwaak je dagelijks in hetzelfde lijf dat gewassen en gevoed moet worden, met een denkgeest die op mensen en situaties reageert tot het weer bedtijd is. Anderzijds maak je wat carrière, betaal je de huur, ga je van bil, jaag je dromen na, lees je poëzie, herstel je van een ziekte of gebroken hart en hoop je dat je bestaan op de een of andere manier zinvol is. Daarom zeg ik: geef kinderen ook voedingsleer, zodat ze weten hoe ze hun lichaam gezond kunnen houden. Leer ze inzicht in de menselijke psyche, zodat ze zichzelf en elkaar beter begrijpen. Laat ze proeven van de kunst: die verenigt, troost en voedt de ziel. Geef hen een grondige seksuele opvoeding. En leer hen respect voor al wat leeft, opdat zij en deze planeet niet ten onder gaan aan vervuilende bedrijven waar keihard gesnuffeld en gewerkt moet worden.

    Afwisselend geven Fleur van Groningen en Nico Dijkshoorn hun eigen kijk op de actualiteit. Het Nieuwsblad - 01 Feb. 2016